Luckitraveltheworld

Corn islands

Met een kokosnoot dansend over het zand van de zon en zee genieten, is dat het eilandleven? Na vele Caribische eilanden gezien te hebben, zijn we behoorlijk verwend en vragen we ons af of we nog net zo enthousiast worden van de vijftig tinte azuurblauwe zee, een kokosnoot in onze hand en de stralende zon. Het antwoord is natuurlijk ja, dit verveelt niet snel. Aankomen op een tropisch eiland zuigt ons mee in de dagelijkse ‘go slow’-mentaliteit. Wij sliepen in een huisje aan zee. Een droom die uitkomt.

Little corn island is qua tropisch eiland wat ons betreft het meest geslaagd van alle eilanden die we gezien hebben de afgelopen tijd. Dat zit hem niet alleen in de pracht van dit eiland maar vooral in de sfeer en de mensen. Waar eilanden in Belize en de Bay-eilanden in Honduras erg Amerikaans georiënteerd zijn, is er hier niemand uit de VS te bekennen. Restaurantjes op het hele eiland zijn op één hand te tellen, er rijden geen auto’s en er is hier geen criminaliteit. Dat is maar goed ook want er is ook geen verlichting. Na zonsondergang is het teruglopen naar onze slaapplek vanuit het schattige centrum elke keer een spannende ervaring. Het is zo donker dat je geen hand voor ogen ziet, de wind waait door je haar en het enige wat je hoort, zijn de onrustige golven van de zee. Maar dit hoort erbij en is stiekem ook wel een ervaring die je niet snel meemaakt op andere ‘vakantie’plekken.

Searching for Nemo

We zijn hier gekomen om vooral even heel veel te genieten. Elke dag even snorkelen, een enkele keer verse vis vangen en wat rondwandelen langs het strand maken de dag compleet. Snorkelen kan met een tour of op eigen houtje. Wij deden beiden. Tijdens de tour hebben we heel veel geluk met onze gids, Marvin. Hij is zo gepassioneerd en trots op zijn eiland dat hij niet opgeeft voordat we de nurse shark en spotted eagle ray gezien hebben.

De eerste snorkeltour die we doen met Marvin hadden we het geluk dat we met z’n tweetjes waren. Dat is een hele grote luxe zou je denken. Met z’n tweetjes en Marvin op de boot op zoek naar de beste snorkelplekken. Maar elke keer met z’n tweetjes het diepe zeewater inspringen vond ik ook wel een beetje spannend. Na het immense geluk te hebben om de hammer head shark te spotten in Utilla, heb ik wat koudwatervrees gekregen. Ik word zelfs een beetje paniekerig als alleen Luc en ik in het water zijn. Wellicht omdat dat wel heel erg kwetsbaar voelt. Het gevoel is immers minder als we met een groep mensen in het water aan het snorkelen zijn. Maar dit soort angsten zijn er om je overheen te zetten en Luc pakt regelmatig mijn hand onder water vast om me gerust te stellen. Na zo’n snorkelochtend voelen we ons voor de rest van de dag lekker zen.

Vissen op de open zee

Naast snorkelen, zijn we ook gaan vissen. Wederom samen met Marvin. Samen met twee andere reizigers varen we met een klein motorbootje richting de open zee. Een haak en visdraad met ijzeren staafje eraan (voor verzwaring) moeten ervoor zorgen dat we ‘vis op de plank’ krijgen. Dit is namelijk ook ons avondeten. Kijkend naar de constructie lijkt het mij onwaarschijnlijk dat we veel vissen uit de zee ophengelen maar het tegendeel is waar. We vangen de ene na de andere vis. Het is onvoorstelbaar! De boot ligt binnen mum van tijd vol met vissen die ruim voldoende zijn voor ons avondeten. Met de tijd die verstrijkt, kan ik ook de hoge golven op zee niet ontkennen. En dan gebeurt wat nog niet eerder gebeurde. Ik word zeeziek. Luc heeft gelukkig nergens last van maar ik voel me met de minuut meer beroerd. Gelukkig varen we niet al te lang daarna terug naar rustig water en na het drinken van een kokosnoot voel ik me weer wat beter.

Rondwandelen op het eiland

Little Corn island is klein. Zo klein dat je er binnen een uur overheen loopt. Het eiland is 2,9 vierkante kilometer groot. Het is heerlijk om samen op pad te gaan en de verschillende kanten te zien van het eiland. Je moet je indenken dat een zijde van het eiland, op een paar slaapplekken na, bestaat uit maagdelijke stranden waar niets of niemand is. En bedenk je daarbij dan dat deze plek in de Caribische zee ligt met alleen Big Corn op een afstandje daar vandaan. Dat klinkt tocht echt als paradijs! En zo voelde het ook. Wat het nog meer paradijselijk maakte, waren de weinige maar goede restaurantjes die er gelegen zijn. We hebben ons een paar keer goed laten verwennen bij ‘Turned turtle bar & restaurant’ waar enkel gebruik gemaakt werd van lokale producten waarmee ze heerlijke gerechten op tafel toverde. Bovendien hadden ze hier (echte!) champagne voor €20. Uiteraard niet de allerbeste maar als je nagaat dat wijn overal in Midden-Amerika en ook op de eilanden duur is, was dit een makkelijke keuze. We hebben hier ook regelmatig zelf gekookt en dat ging geheel volgens het eiland leven: met weinig ingrediënten iets op tafel krijgen. De paar kleine kruidenierswinkeltjes op het eiland hebben namelijk allemaal dezelfde ingrediënten en dat zijn er niet veel. De laatste dagen van de week worden dat er ook steeds minder en is iedereen met smacht aan het wachten op de zaterdag-boot met nieuwe spullen. Echt gek om zo mee te maken en helemaal bizar als je dit afzet naar onze consumptie-maatschappij.

Afsluiten op Big Corn island

Na een kleine week op het kleine zusje ‘Little Corn’ rond te hangen, sluiten we af bij de grote broer: Big Corn. We slapen op een idyllisch plekje, uitgebaat door een Italiaans koppel die hier al bijna 30 jaar wonen (maar nog steeds op en top Italiaans zijn). Ze koken ook dus we laten ons hier een avond verwennen met pasta en kreeft en een lekkere fles Italiaanse witte wijn! Een ideale afsluiter voor ons voorlopige-eilanden-avontuur.

Verder Bericht

Vorige Bericht

2 Reacties

  1. Ger Henstra 1 juni 2022

    Heerlijk heerlijk heerlijk 🥰

  2. Jack+Dumoulin 2 juni 2022

    Het ziet en klinkt inderdaad paradijselijk

Laat een reactie achter

© 2024 Luckitraveltheworld

Thema door Anders Norén